Diarree

Wat is diarree?

Diarree is een abnormaal (veranderd) ontlastingspatroon waarbij dunne ontlasting wordt geproduceerd in een toegenomen frequentie, hoeveelheid en met een verhoogd watergehalte. Diarree is over het algemeen een symptoom van een ander probleem.

 

Acute diarree wordt meestal veroorzaakt door een infectie (virus, bacterie, parasiet). Chronische diarree wordt vaak veroorzaakt door een ander lichamelijk probleem. Bijvoorbeeld prikkelbaredarmsyndroom, voedselovergevoeligheid (coeliakie), een chronische ontsteking van de darmen (ziekte van Crohn, colitis ulcerosa), een ongezond voedingspatroon, de bijwerking van medicatie en als fausse diarree (een symptoom van obstipatie).

 

Welke klachten geeft diarree?

Diarree geeft de volgende klachten: buikpijn, vaker naar het toilet gaan, eventueel incontinentie voor ontlasting, dunne ontlasting (brijig, waterdun) soms gepaard gaande met algemeen ziek zijn, koorts en uitdrogingsverschijnselen.

 

Hoe vaak komt diarree voor in de algemene bevolking?

Het aantal mensen per jaar dat met deze klacht bij de huisarts komt is 0,94%. 297 Omdat lang niet iedereen met diarree naar de huisarts gaat zal het werkelijke jaarlijkse percentage hoger liggen.

 

Hoe vaak komt diarree voor bij mensen met een verstandelijke beperking?

Dit is voor de totale groep onbekend.
Door het leven in woongroepen en matige hygiëne is te verwachten dat acute diarree even vaak of vaker voorkomt dan in de algemene bevolking. Daarnaast zijn er syndromen waarbij aandoeningen aan de darmen vaker voorkomen, zoals coeliakie bij het downsyndroom. 298


In een studie naar medische problemen bij 146 kinderen met het downsyndroom had 5,2% frequent diarree of colitis in het afgelopen jaar en 10,6% een maag of darmziekte met overgeven of diarree in de afgelopen 2 weken. Dit was significant vaker dan in de groep van 95.454 kinderen zonder het downsyndroom en zonder verstandelijke beperking (1,2% en 5,7%) uit dezelfde studie. Er werd geen significant verschil gevonden tussen de kinderen met het downsyndroom en de 604 kinderen met een verstandelijke beperking zonder het downsyndroom (6,5% en 11,5%).  299


Tevens is bekend dat mensen met een verstandelijke beperking frequent medicatie gebruiken en er ook vaak sprake is van polyfarmacie, met de kans op diarree of ontregeling van het ontlastingspatroon als bijwerking. In het Europese POMONA-onderzoek bleek dat 65% een of meer middelen gebruikte. 560
Bij Nederlandse ouderen met een verstandelijke beperking was dat zelfs 78%. 561

0,94% Algemene bevolking (gaat er mee naar de huisarts)
Bij mensen met een verstandelijke beperking is dit niet bekend
5,20% Mensen met downsyndroom

225

225

Linden van der MW, Wester GP, de Bakker DH, Schellevis FG. Tweede Nationale Studie naar ziekten en verrichtingen in de huisartspraktijk: klachten en aandoeningen in de bevolking en in de huisartspraktijk. Utrecht/Bilthoven: NIVEL/RIVM 2004.

Linden van der MW, Wester GP, de Bakker DH, Schellevis FG. Tweede Nationale Studie naar ziekten en verrichtingen in de huisartspraktijk: klachten en aandoeningen in de bevolking en in de huisartspraktijk. Utrecht/Bilthoven: NIVEL/RIVM 2004.

226

226

Cohen WI. Current dilemmas in Down syndrome clinical care: celiac disease, thyroid disorders, and atlanto-axial instability. Am J Med Genet C Semin Med Genet. 2006 Aug 15;142C(3):141-8.

Cohen WI. Current dilemmas in Down syndrome clinical care: celiac disease, thyroid disorders, and atlanto-axial instability. Am J Med Genet C Semin Med Genet. 2006 Aug 15;142C(3):141-8.

227

227

Schieve LA, Boulet SL, Boyle C, Rasmussen SA, Schendel D. Health of children 3 to 17 years of age with Down syndrome in the 1997 2005 National Health Survey. Pediatrics. 2009; 123; e253-60.

Schieve LA, Boulet SL, Boyle C, Rasmussen SA, Schendel D. Health of children 3 to 17 years of age with Down syndrome in the 1997 2005 National Health Survey. Pediatrics. 2009; 123; e253-60.

530

530

Haveman M, Perry J, Salvador-Carulla L, Walsh PN, Kerr M, Van Schrojenstein Lantman-de Valk H, Van Hove G, Berger DM, Azema B, Buono S, Cara AC, Germanavicius A, Linehan C, Määttä T, Tossebro J, Weber G. Ageing and health status in adults with intellectual disabilities: results of the European POMONA II study. J Intellect Dev Disabil. 2011 Mar;36(1):49-60

Haveman M, Perry J, Salvador-Carulla L, Walsh PN, Kerr M, Van Schrojenstein Lantman-de Valk H, Van Hove G, Berger DM, Azema B, Buono S, Cara AC, Germanavicius A, Linehan C, Määttä T, Tossebro J, Weber G. Ageing and health status in adults with intellectual disabilities: results of the European POMONA II study. J Intellect Dev Disabil. 2011 Mar;36(1):49-60

531

531

Zaal RJ, van der Kaaij AD, Evenhuis HM, van den Bemt PM. Prescription errors in older individuals with an intellectual disability: prevalence and risk factors in the Healthy Ageing and Intellectual Disability Study. Res Dev Disabil. 2013 May;34(5):1656-62

Zaal RJ, van der Kaaij AD, Evenhuis HM, van den Bemt PM. Prescription errors in older individuals with an intellectual disability: prevalence and risk factors in the Healthy Ageing and Intellectual Disability Study. Res Dev Disabil. 2013 May;34(5):1656-62