Beroerte
Wat is een beroerte?
Een CVA is een ander woord voor een beroerte. De afkorting staat voor Cerebro Vasculair Accident en staat voor een ongeluk in de bloedvaten van de hersenen. Bij een beroerte ontstaat een beschadiging in de hersenen. Die kan ontstaan op drie manieren:
- Bij een herseninfarct sluit een bloedstolsel of vaatvernauwing een bloedvat in de hersenen af. Hierdoor krijgt een deel van de hersenen te weinig zuurstof en sterft het af. Een herseninfarct met verschijnselen die korter dan 24 uur duren, heet een TIA (Transient Ischemic Attack). De plotselinge uitvalsverschijnselen bij een TIA zijn het gevolg van een tijdelijke afsluiting van de bloedsomloop in een deel van de hersenen. Als de bloedtoevoer zich herstelt, verdwijnen de uitvalsverschijnselen weer. Ongeveer 75% van de beroertes berust op een herseninfarct, inclusief de TIA's.
- Bij een hersenbloeding scheurt een bloedvat met een dunne of starre vaatwand. Hierdoor loopt er bloed in een deel van de hersenen. Ongeveer 15% van de beroertes betreft een gescheurd bloedvat in of rond de hersenen.
- Bij een subarachnoïdale bloeding vindt de bloeding plaats in de ruimte tussen de hersenvliezen, net onder de schedel. Dit gebeurt bij ongeveer 5% van de beroertes.
Een klein deel van de beroertes (5%) wordt veroorzaakt door zeldzame afwijkingen en wordt geclassificeerd als 'overige beroertes'.
Meestal is de slechte kwaliteit van bloedvaten de oorzaak van een beroerte. Dit kan komen door ouderdom (aderverkalking), roken, suikerziekte, te hoge bloeddruk of een verhoogd cholesterolgehalte.
Welke klachten geeft een beroerte?
Een beroerte geeft plotseling klachten. Deze kunnen zijn: verlammingen in het gezicht (scheve mond bijvoorbeeld), gezichtsvelduitval, verward spreken en denken, slikproblemen, incontinentie, verlammingen aan arm of been, verlies van gezichtsvermogen en tintelingen. Bij een hersenbloeding is er soms ook sprake van ernstige hoofdpijn of sufheid. Vaak voorkomende langetermijngevolgen zijn karakterveranderingen en veranderingen in emoties. 141
Hoe vaak komt een beroerte voor in de algemene bevolking?,
De 1 jaars prevalentie (het percentage mensen dat deze aandoening in één jaar heeft) van een beroerte is ongeveer 1,34%. 140
Beroerte staat bij vrouwen op de tweede plaats van meest voorkomende doodsoorzaken en bij mannen op de derde plaats. De prevalentie van beroerte is de afgelopen jaren als gevolg van de veroudering van de bevolking gestegen, terwijl de incidentie stabiel is gebleven. De incidentie bedraagt (zonder TIA’s) momenteel 2 tot 3 per 1000 personen per jaar. De incidentie van beroerte neemt sterk toe met de leeftijd: de incidentie in de leeftijdsgroep 15 tot 64 jaar bedraagt 1 per 1000 personen per jaar, in de leeftijdsgroep ouder dan 65 jaar is dit gestegen naar 10 tot 11 per 1000 per jaar. In circa 80% van de gevallen is sprake van een herseninfarct, in de overige gevallen van een intracerebrale bloeding. 141
Uit de studie van het RIVM blijkt dat de incidentie bij de groep van 50 jaar en ouder 4 per 1000 per jaar is. 140
Hoe vaak komt een beroerte voor bij mensen met een verstandelijke beperking?
In het Europese POMONA onderzoek (vragenlijsten) onder een gelegenheidssteekproef van 1.269 volwassenen met een verstandelijke beperking werd een prevalentie voor een beroerte gevonden van 1,5%. 142
Uit de Nederlandse GOUD-studie blijkt uit een drie-jaars follow-up studie dat de incidentie van beroerte bij mensen met een verstandelijke beperking van 50 jaar en ouder 4 per 1000 per jaar is. Dit is dus precies vergelijkbaar met mensen uit de algemene bevolking. 490
Deze bevinding komt overeen met een eerdere Nederlandse dossierstudie. 491
Er zijn aanwijzingen dat een beroerte vaker voorkomt bij mensen met het williamssyndroom. 143 492
69
69Beusmans GHMI, Van Noortwijk-Bonga HGC, Risseeuw NJ, Tjon-A-Tsien MRS, Verstappen WHJM, Burgers JS, Wiersma Tj, Verburg AFE. NHG-Standaard Beroerte (Eerste versie). Huisarts Wet 2013;56(12):626-38
Beusmans GHMI, Van Noortwijk-Bonga HGC, Risseeuw NJ, Tjon-A-Tsien MRS, Verstappen WHJM, Burgers JS, Wiersma Tj, Verburg AFE. NHG-Standaard Beroerte (Eerste versie). Huisarts Wet 2013;56(12):626-38
68
68Bots ML, Poos MJJC. Hoe vaak komt een beroerte voor en hoeveel mensen sterven eraan? In: Volksgezondheid Toekomst Verkenning, Nationaal Kompas Volksgezondheid. Bilthoven: RIVM, <http://www.nationaalkompas.nl> Gezondheid en ziekte\ Ziekten en aandoeningen\ Hartvaatstelsel\ Beroerte, 2014. Vanaf medio 2016 beschikbaar op www.volksgezondheidenzorg.nl.
Bots ML, Poos MJJC. Hoe vaak komt een beroerte voor en hoeveel mensen sterven eraan? In: Volksgezondheid Toekomst Verkenning, Nationaal Kompas Volksgezondheid. Bilthoven: RIVM, <http://www.nationaalkompas.nl> Gezondheid en ziekte\ Ziekten en aandoeningen\ Hartvaatstelsel\ Beroerte, 2014. Vanaf medio 2016 beschikbaar op www.volksgezondheidenzorg.nl.
69
69Beusmans GHMI, Van Noortwijk-Bonga HGC, Risseeuw NJ, Tjon-A-Tsien MRS, Verstappen WHJM, Burgers JS, Wiersma Tj, Verburg AFE. NHG-Standaard Beroerte (Eerste versie). Huisarts Wet 2013;56(12):626-38
Beusmans GHMI, Van Noortwijk-Bonga HGC, Risseeuw NJ, Tjon-A-Tsien MRS, Verstappen WHJM, Burgers JS, Wiersma Tj, Verburg AFE. NHG-Standaard Beroerte (Eerste versie). Huisarts Wet 2013;56(12):626-38
68
68Bots ML, Poos MJJC. Hoe vaak komt een beroerte voor en hoeveel mensen sterven eraan? In: Volksgezondheid Toekomst Verkenning, Nationaal Kompas Volksgezondheid. Bilthoven: RIVM, <http://www.nationaalkompas.nl> Gezondheid en ziekte\ Ziekten en aandoeningen\ Hartvaatstelsel\ Beroerte, 2014. Vanaf medio 2016 beschikbaar op www.volksgezondheidenzorg.nl.
Bots ML, Poos MJJC. Hoe vaak komt een beroerte voor en hoeveel mensen sterven eraan? In: Volksgezondheid Toekomst Verkenning, Nationaal Kompas Volksgezondheid. Bilthoven: RIVM, <http://www.nationaalkompas.nl> Gezondheid en ziekte\ Ziekten en aandoeningen\ Hartvaatstelsel\ Beroerte, 2014. Vanaf medio 2016 beschikbaar op www.volksgezondheidenzorg.nl.
70
70Haveman M, Perry J, Salvador-Carulla L, Walsh PN, Kerr M, Van Schrojenstein Lantman-de Valk H, Van Hove G, Berger DM, Azema B, Buono S, Cara AC, Germanavicius A, Linehan C, Määttä T, Tossebro J, Weber G. Ageing and health status in adults with intellectual disabilities: results of the European POMONA II study. J Intellect Dev Disabil. 2011 Mar;36(1):49-60
Haveman M, Perry J, Salvador-Carulla L, Walsh PN, Kerr M, Van Schrojenstein Lantman-de Valk H, Van Hove G, Berger DM, Azema B, Buono S, Cara AC, Germanavicius A, Linehan C, Määttä T, Tossebro J, Weber G. Ageing and health status in adults with intellectual disabilities: results of the European POMONA II study. J Intellect Dev Disabil. 2011 Mar;36(1):49-60
460
460De Winter CF, van den Berge AP, Schoufour JD, Oppewal A, Evenhuis HM. A 3-year follow-up study on cardiovascular disease and mortality in older people with intellectual disabilities. Res Dev Disabil. 2016 Feb 10;53-54:115-126
De Winter CF, van den Berge AP, Schoufour JD, Oppewal A, Evenhuis HM. A 3-year follow-up study on cardiovascular disease and mortality in older people with intellectual disabilities. Res Dev Disabil. 2016 Feb 10;53-54:115-126
461
461Jansen J, Rozeboom W, Penning C, Evenhuis HM. Prevalence and incidence of myocardial infarction and cerebrovascular accident in ageing persons with intellectual disability. J Intellect Disabil Res. 2013 Jul;57(7):681-5
Jansen J, Rozeboom W, Penning C, Evenhuis HM. Prevalence and incidence of myocardial infarction and cerebrovascular accident in ageing persons with intellectual disability. J Intellect Disabil Res. 2013 Jul;57(7):681-5
71
71Wollack JB, Kaifer M, LaMonte MP, Rothman M. Stroke in Williams syndrome. Stroke. 1996;27:143-146.
Wollack JB, Kaifer M, LaMonte MP, Rothman M. Stroke in Williams syndrome. Stroke. 1996;27:143-146.
462
462Kozel BA, Danback JR, Waxler JL, Knutsen RH, de Las Fuentes L, Reusz GS, Kis E, Bhatt AB, Pober BR. Williams syndrome predisposes to vascular stiffness modified by antihypertensive use and copy number changes in NCF1. Hypertension. 2014 Jan;63(1):74-9
Kozel BA, Danback JR, Waxler JL, Knutsen RH, de Las Fuentes L, Reusz GS, Kis E, Bhatt AB, Pober BR. Williams syndrome predisposes to vascular stiffness modified by antihypertensive use and copy number changes in NCF1. Hypertension. 2014 Jan;63(1):74-9