Trombose

Wat is trombose?

Trombose betekent dat er in een bloedvat een bloedstolsel ontstaat. Het stolsel kan geleidelijk groter worden en het bloedvat afsluiten. Dit vindt meestal plaats in de diepliggende aderen (venen) van het been. De aderen voeren het bloed vanuit de voeten, via de kuit, knieholte en bekken, terug naar het hart. Het hart pompt dit bloed vervolgens naar de longen.


Wanneer een stolsel een diepliggende ader in het been afsluit kan het bloed uit het been niet meer goed terugstromen naar het hart. Als er een stukje stolsel loslaat, wordt dat door de bloedstroom meegenomen naar het hart. Daarna stroomt het bloed door naar de longen. Het stolsel kan dan een bloedvat in de longen afsluiten. Dit heet een longembolie.


Risicofactoren voor trombose zijn langdurig zitten en onbeweeglijkheid, onlangs opgelopen letsel en een recente operatie in combinatie met bedrust en weinig lichaamsbeweging. Vooral operaties aan de heup, het onderbeen en botbreuken zijn berucht. Andere risicofactoren zijn: neurologische aandoeningen met parese, kanker, spataderen, overgewicht, chronische ziekten, erfelijke stollingsafwijkingen, zwangerschap, kraamperiode en oraal anticonceptiegebruik. 240

 

Welke klachten geeft trombose?

Bij trombose in het onderbeen kan de kuit dik worden (zwelling) en gaan glanzen. Dit kan plotseling gebeuren of in een paar dagen. Het been wordt pijnlijk, vaak ook rood en warm. Soms veroorzaakt trombose bijna geen klachten. Bij een longembolie ademt men sneller, er is benauwdheid, het ademen kan pijnlijk zijn, slijm wordt opgehoest met soms ook een beetje bloed. 240

 

Hoe vaak komt trombose voor in de algemene bevolking?

De jaarprevalentie van trombose in de Nederlandse huisartsenpraktijk is 0,28%. Bij vrouwen komt trombose vaker voor dan bij mannen en het voorkomen neemt toe met de leeftijd: bij mannen van 0,03% (15 tot 24 jaar) tot 1,57% (> 75 jaar); bij vrouwen van 0,06% (15 tot 24 jaar) tot 1,56% (> 75 jaar). 241

 

Hoe vaak komt trombose voor bij mensen met een verstandelijke beperking?

Dit is onbekend.

0,28%Algemene bevolking
Bij mensen met een verstandelijke beperking is dit niet bekend

168

168

NHG-werkgroep Diepe veneuze trombose en longembolie. NHG-Standaard Diepe veneuze trombose en longembolie(Eerste herziening). Huisarts Wet 2015;58(1):26-35

NHG-werkgroep Diepe veneuze trombose en longembolie. NHG-Standaard Diepe veneuze trombose en longembolie(Eerste herziening). Huisarts Wet 2015;58(1):26-35

168

168

NHG-werkgroep Diepe veneuze trombose en longembolie. NHG-Standaard Diepe veneuze trombose en longembolie(Eerste herziening). Huisarts Wet 2015;58(1):26-35

NHG-werkgroep Diepe veneuze trombose en longembolie. NHG-Standaard Diepe veneuze trombose en longembolie(Eerste herziening). Huisarts Wet 2015;58(1):26-35

169

169

Linden van der MW, Wester GP, de Bakker DH, Schellevis FG. Tweede Nationale Studie naar ziekten en verrichtingen in de huisartspraktijk: klachten en aandoeningen in de bevolking en in de huisartspraktijk. Utrecht/Bilthoven: NIVEL/RIVM 2004

Linden van der MW, Wester GP, de Bakker DH, Schellevis FG. Tweede Nationale Studie naar ziekten en verrichtingen in de huisartspraktijk: klachten en aandoeningen in de bevolking en in de huisartspraktijk. Utrecht/Bilthoven: NIVEL/RIVM 2004